Steeds meer bedrijven investeren in de ontwikkeling van hun werknemers, blijkt uit onderzoek van het CBS. Vooral onder de kleine en middelgrote organisaties neemt het aantal dat investeert in bedrijfsopleidingen toe. In 2015 verzorgde of betaalde gemiddeld 85 procent van de Nederlandse bedrijven een cursus, training of seminar voor medewerkers. Vijf jaar eerder was dit nog 79 procent.
Organisaties investeren in verreweg de meeste gevallen in technische, praktische en beroepsspecifieke vaardigheden in de vorm van een cursus. Daarnaast zijn vormen als werkplektrainingen, conferenties, workshop, lezingen en seminars populair.
Return on investment
Hoeveel organisaties per deelnemer investeren varieert sterk per sector. Gemiddeld gaven organisaties in 2015 € 1.100 per cursusdeelnemer uit. Bij bedrijven in de delfstoffenwinning waren de deelnamekosten per cursist het hoogst met gemiddeld € 2.400. Ook bedrijven in de financiële dienstverlening gaven met € 1.900 per cursusdeelnemer bovengemiddeld uit. In de horeca wordt het minst geïnvesteerd met gemiddeld € 700 per deelnemer.
Een opleiding is een investering in de medewerker, maar ook in de organisatie. Door het volgen van een opleiding is de werknemer wellicht breder inzetbaar. Ook gebruiken organisaties opleidingen vaak als bindmiddel richting de werknemer. Zo probeert het bedrijf te voorkomen dat de werknemer overstapt naar een andere organisatie en er daarmee kennis verloren gaat. Sinds 1 juli 2015 is in de wet opgenomen dat de werkgever de werknemer in staat moet stellen de scholing te volgen die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn functie (7:611a BW).
Compensatie voor werkgever
De kosten voor het volgen een opleiding kunnen voor de werkgever hoog zijn. Soms is een werkgever eerder bereid om te investeren, als de werknemer dat zelf ook doet. Dit kan in de vorm van een financiële bijdrage, maar ook door (een gedeelte van) de opleiding of training in eigen tijd te volgen. Deze vorm van compensatie gebeurt steeds vaker, zo blijkt ook uit de daling in de gemiste arbeidsuren per cursusdeelnemer in het onderzoek.